KU Leuven zegt CAO ATP gedeeltelijk op: aanslag op de “sociale vrede” en de aanstelling van een “sociale bemiddelaar”

Gepubliceerd op 28 maart 2019 om 11:00

Geconfronteerd met de juridische werkelijkheid (zoals duidelijk op tafel gelegd door het ACLVB)
dat KU Leuven:

  • niet zomaar de pensioentoezeggingen uit de groepsverzekering kan hertekenen (zitten verankerd in de CAO) en
  • niet zomaar de in een CAO afgesproken voordelen voor medewerkers kan intrekken of verminderen;

zonder het akkoord van de werknemers, bleef de reactie van de werkgever niet uit: opzeg (26.09.2018) van de CAO bepalingen die haar niet zinden, en die ze in het Reglement GV al naast zich had neergelegd, en dit zonder enige vorm van voorafgaande verwittiging of consultatie!

Op enkele punten en komma’s na die de vakbonden voorstelden, is het Groepsverzekeringsreglement zelfs nu in voege zoals de werkgever het graag zag: inclusief de tegenstrijdige bepalingen met de CAO ATP, bepalingen die dus ingevolge de gedeeltelijke opzeg momenteel niet meer bestaan!

Bepalingen van een CAO als onbestaande (laten) beschouwen, en het niet te goeder trouw uitvoeren ervan is een zware inbreuk op de ‘vredesplicht’ die tussen partijen die een CAO afsluiten, bestaat. In het sociaal overleg staat dit equivalent met het droppen van een bom.

De sociale vrede (het zoveelste nochtans afdwingbaar juridisch begrip dat de KU Leuven eenvoudigweg negeert) betekent dat de ondertekenende partijen van een CAO de loyale uitvoering van die overeenkomst moeten nastreven.

Opzeggen kan, maar dan met voorafgaande verwittiging en voorafgaande onderhandelingen, wat ook niet meer dan netjes zou zijn.

Het totaal negeren van dit respect voor de bestaande overeenkomst en voor de normale afwikkeling (met onderhandelingen) kan natuurlijk tellen als “nieuw personeelsbeleid” dat de huidige bestuursploeg afkondigde.

Omdat in die omstandigheden het vertrouwen tussen de sociale partners volledig verdwenen is, een totale verlamming van de overlegorganen dreigt, en talloze juridische procedures opnieuw in het vizier komen, verkoos de voltallige werknemersvertegenwoordiging om bij het bevoegde paritair comité tot aanstelling van een sociaal bemiddelaar te verzoeken.

Het paritair comité heeft dit voorlopig niet gedaan, maar vroeg aan de partijen (werkgever en werknemers) om opnieuw aan tafel te zitten en zo te pogen om binnen een korte termijn (eind 2018) tot een oplossing te komen.